Our website uses cookies. A cookie is a small text file which will be saved on your computer or mobile device when you visit our website. More information? Read our cookie policy.
De kandelaar is in vier delen gegoten en afgedraaid: de voet, het onderste gedeelte van de stam, de kraag, het bovenste deel van de stam met de kaarsenhouder. Op de ronde geprofileerde voet volgt het onderste stamgedeelte met een rib boven en onder een bolvormige met een geprofileerde rib versierde baluster. De kraag is aan de bovenkant met een ring versierd. Het bovenste deel van de stam herhaalt de vorm van de onderste. De geprofileerde cylindrische houder heeft in het midden van de wand twee ronde gaten. Het bovenste gedeelte van de stam is voorzien van een pin, die door het onderste gedeelte is gestoken en onder in de voet is vastgeklonken. Een kandelaar van dit type wordt kraag- of schijfkandelaar genoemd.