Our website uses cookies. A cookie is a small text file which will be saved on your computer or mobile device when you visit our website. More information? Read our cookie policy.
Rond patentglas in een houten patrijspoort. Het glas heeft de bolle matte kant naar buiten gewend en is daar in het hout ingelaten, zodat het niet uitsteekt; de rand van het glas is tussen de twee lagen hout ingeklemd. Tussen de lagen hout is een laag karton aangebracht. Buitenop is met krassen een hoefijzervormig beslag aangegeven.
Dit model maakt deel uit van een serie samen met NG-MC-237-1 en NG-MC-237-2, die waarschijnlijk de modellen zijn die besteld werden op grond van het voorstel van P. Schuijt, P. Glavimans Jz. en C. Soetermeer van 1832 voor glazen patrijspoorten in een bovenhoek van de geschutpoorten van linieschepen. Hun voorstel was geïnspireerd op het voorbeeld van de Waterloo (zie NG-MC-235) en volgde op hun beoordeling van de twee lichtglazen van P. Schuijt jr. (NG-MC-238-1 en NG-MC-238-2). Volgens Obreen waren deze patrijspoorten in algemeen gebruik in 1858.