Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Rechts kanonslot (vuursteenslot) met messing huis en ijzeren slotmechaniek, haan en pandeksel. Voor montering op het kanon heeft het vooraan een pin en in het midden een gat voor een bout. Het pandeksel heeft een overhangende lip tot boven het zundgat. Het aftrektouw wordt naar achteren tussen twee rollen geleid.
Vuursteensloten voor geschut werden na 1810 bij de Nederlandse Marine ingevoerd; in Amerika werden ze vanaf 1782 gebruikt en bij de Britse Royal Navy in 1790 officiëel ingevoerd. Sloten als dit werden naar Luik gestuurd om bij het gieten van het kanon de slotverhevenheid de juiste afmetingen te geven.
J.N. Calten, Leiddraad bij het onderrigt in de zee-artillerie, Delft 1832, p. 336 ff.
L. van der Muelen, Handleiding in de artillerie, bestemd tot het geven van onderwijs, op het kadetten instituut der Marine van zijn Majesteit den koning van Holland, Rotterdam 1807.
Norbec de Texier, Rechèrches sur l'artillerie, no place, 1792, p. 350-354.