Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
opschrift, op de loop: ‘24 lbDR / IJZER MODEL / EEN SESDE / GEDEELTE / VAN DE WAARE / GROOTE’
monogram, op de loop: ‘Am 1800 M’
Omschrijving
Model van een houwitser van 24 pond op rolpaard. De houwitser is 19,6 cm lang en heeft een kaliber van 33 mm. Op de loop zijn de inscripties gegraveerd, samen met gekruiste ankers en palmtakken. De loop heeft twee oren. Het zeer korte rolpaard bestaat uit twee parallelle wangen met twee trappen, verbonden door een verticaal kalf, een dwarsbalk en de aslijven; op de aslijven ligt de zoolplaat. Het richtblok kan op de zoolplaat heen en weer geschoven worden en in verschillende standen vastgezet door middel van pennen in een rand aan de binnenkant van de wangen. De aslijven zijn aan de wangen bevestigd met beugels, die verwijderd kunnen worden. De dubbele houten wielen zijn alle van gelijke afmetingen. Schaal 1:6 (schaal op model).
hoogte 17 cm × breedte 20 cm × diepte 15,5 cm × kaliber 26 mm
Toelichting
Er is een hele serie modellen met hetzelfde type opschrift. Het monogram wijst naar de Admiraliteit van Rotterdam (Maze); het rolpaard werd waarschijnlijk te Amsterdam vervaardigd. Deze rolpaarden waren niet stabiel en vielen nogal eens om. In 1800 werden in Amsterdam en Rotterdam vier en twintig kanonneerschoeners gebouwd, die werden bewapend met lange kanonnen en carronades, aangevuld met houwitsers wegens tekort aan carronades. Omdat de sleden voor de karronaden en de rolpaarden voor de houwitsers opnieuw moesten worden ontworpen, ontstonden problemen. Uiteindelijk werden zij in Amsterdam aangemaakt. Ter informatie werd onder zorg van Asmus te Amsterdam een model van het rolpaard voor de houwitser van 24 pond ijzer gemaakt en naar Rotterdam gezonden.
...; collection Jochem Pietersz Asmus (1755-1837), Amsterdam, 1807;{HNA 2.01.29.02 Dept. Marine, Aanhangsel I, inv. no. 20, La. H no. 14.} Ministerie van Marine (Department of the Navy), The Hague, 1837;{After the death of Asmus in 1837 models from his private collection remained in the Navy Model Room in The Hague and were henceforth considered an integral part of the collection of the Department of the Navy.} transferred to the museum, 1883