Titel(s)

Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was
Van het Vader Onse (serietitel)
Onze Vader (serietitel)
Den Grooten Figuer-Bibel (...) (serietitel)

Objecttype

• prent
• albumblad

Serienummer

5/8

Objectnummer

RP-P-1982-306-406

Catalogusreferentie

• Hollstein Dutch 1041-2(2)
  Opmerking: Wierix
• New Hollstein Dutch 325-2(2)
  Opmerking: Maarten van Heemskerck

Opschriften / Merken

• nummer, rechtsonder, handgeschreven in bruine inkt: ‘46’

Omschrijving

Illustratie van een regel van het Onze Vader gebed: Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. Mannen vragen vergiffenis aan God de Vader. Ze bidden richting de hemel, waar het tetragram als symbool van God de Vader verschijnt. Ze vergeven tevens elkaar. Een man wordt uit de gevangenis bevrijd. Rechts op de voorgrond omarmt de vader de verloren zoon. Onder de voorstelling dit gedeelte van het Onze Vader in het Latijn en een verwijzing naar de Bijbeltekst in Mat. 6:12. Deze prent maakt deel uit van een album.

Vervaardiger

• prentmaker: Johannes Wierix
• naar tekening van: Maarten van Heemskerck
• uitgever: Claes Jansz. Visscher (II)
• uitgever: Jan Philipsz Schabaelje

Plaats vervaardiging

uitgever: Amsterdam
uitgever: Alkmaar

Datering

1569 - 1573 en/of 1646

Fysieke kenmerken

gravure

Materiaal

• papier

Techniek

graveren (drukprocedé)

Afmetingen

plaatrand: hoogte 210 mm × breedte 245 mm

Wat

• 'and forgive us our debts, as we also have forgiven our debtors' ~ the Lord's prayer
• tetragram (in Roman or Hebrew script) ~ symbol of God the Father

Verwerving

aankoop 1982

Copyright

Publiek domein

Is deel van

• Prentbijbel met voorstellingen uit het Oude en Nieuwe Testament (RP-P-1982-306)

• The Wierix family : part V, Marjolein Leesberg, Zsuzsanna van Ruyven-Zeman, Jan Van der Stock, p. 136, cat.nr. 1041
• Maarten van Heemskerck, dl. II, p. 30, cat.nr. 325
• Broeders in de geest : de doopsgezinde bijdragen van Dierick en Jan Philipsz. Schabaelje tot de Nederlandse stichtelijke literatuur in de zeventiende eeuw, dl. 2, p. 301-362