Titel(s)

Heer vraagt zijn dienaren om rekenschap
Ghelijckenisse van d'wtghedeelde Talenten (serietitel)
Gelijkenis van de talenten (serietitel)
Den Grooten Figuer-Bibel (...) (serietitel)

Objecttype

• prent
• albumblad

Serienummer

5/6

Objectnummer

RP-P-1982-306-492

Catalogusreferentie

• Mielke 49
• New Hollstein Dutch 53-3(3)
  Opmerking: Harmen Jansz. Muller
• New Hollstein Dutch 112-3(3)
  Opmerking: Gerard van Groeningen

Opschriften / Merken

• nummer, rechtsonder, handgeschreven in bruine inkt: ‘122’

Omschrijving

De heer vraagt zijn drie dienaren om rekenschap. Degenen met vijf talenten en twee talenten hebben allebei hetzelfde bedrag erbij verdiend. De laatste dienaar legt zijn bundel met een talent op tafel en geeft de heer precies hetzelfde terug als wat hij gekregen had. Onder de voorstelling een verwijzing in het Latijn naar de Bijbeltekst in Mat. 25:20. Deze prent maakt deel uit van een album.

Vervaardiger

• prentmaker: Harmen Jansz Muller (vermeld op object)
• naar ontwerp van: Gerard van Groeningen
• uitgever: Claes Jansz. Visscher (II)
• uitgever: Jan Philipsz Schabaelje

Plaats vervaardiging

prentmaker: Amsterdam
uitgever: Amsterdam
uitgever: Alkmaar

Datering

1565 - 1572 en/of 1646

Fysieke kenmerken

gravure

Materiaal

• papier

Techniek

graveren (drukprocedé)

Afmetingen

plaatrand: hoogte 205 mm × breedte 288 mm

Wat

• after the return of the lord the servants account for their debts and are rewarded accordingly

Verwerving

aankoop 1982

Copyright

Publiek domein

Is deel van

• Prentbijbel met voorstellingen uit het Oude en Nieuwe Testament (RP-P-1982-306)

• The Muller dynasty, dl. I, p. 134, cat.nr. 53
• Gerard van Groeningen, dl. I, p. 146, cat.nr. 112
• Broeders in de geest : de doopsgezinde bijdragen van Dierick en Jan Philipsz. Schabaelje tot de Nederlandse stichtelijke literatuur in de zeventiende eeuw, dl. 2, p. 301-362
• H. Mielke, 'Antwerpener Graphik in der 2. Hälfte des 16. Jahrhunderts. Der Thesaurus veteris Testamenti des Gerard de Jode (1585) und seine Künstler', Zeitschrift für Kunstgeschichte 38 (1975), p. 82, cat.nr. 49.