AK-NM-6815 Beker
• Blauw-wit Kangxi-porselein
• Onderdeel van Royers porseleincollectie
Als we uitgaan van een ontwikkeling in het Kangxi-porselein voor de Europese markt van vol en druk beschilderd naar terughoudender in een Franse of Marot-stijl, dan past deze beker duidelijk in die eerste groep. Men kan zich voorstellen dat dit aansloot bij de verwachtingen en wensen van consumenten vóór 1700. De wierachtige motieven zijn verwant aan de acanthusbladen die juist toen als ornament zeer geliefd waren. De manier waarop ze hier geschilderd zijn, op een relatief smal verticaal vlak, is ook terug te vinden in bijvoorbeeld gesneden stoelruggen of een ontwerp voor een (vrij smalle, langwerpige) vloer [Baarsen et al. 1988, nr. 110 stoel c. 1690; nr. 30 vloer 1682]. De gedachte dat voor porselein met deze ‘wieren’ juist in deze periode vraag bestond, wordt ondersteund door de aanwezigheid van een flink aantal van dergelijke bekers aan boord van de Vung Tau-jonk die in de jaren ’90 van de 17de eeuw verging [Vung Tau 1992, nrs. 29-39]. Precies in deze periode deden VOC-dienaren ook moeite om in Japan lakwerk met deze acanthusmotieven te laten maken. Een vroeg voorbeeld is een bord met het wapen van de familie Huydecoper uit 1650-1660 (NG-480) en een bord uit de jaren ’90 van de 17de eeuw met de initialen van Johan van Hoorn, gouverneur-generaal van Nederlands Indië van 1704 tot 1709 (1653-1711), en diens vrouw Susanna Agneta van Outhoorn (BK-1990-9). Japanse schilders in ‘d ‘Europise kons en swier’ te laten werken was lastig in deze periode [Viallé 2009]. Blijkbaar lukte het soms en was dit, de acanthus rank, waar men op uit was.
Porselein met dit motief werd opnieuw geliefd aan het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. ‘Tiger lily’ werd het toen genoemd. Het Rijksmuseum heeft behalve dit fraai geschilderde exemplaar dat helaas zijn deksel mist, twee vergelijkebare stukken afkomstig van de grote verzameling van Jean Charles Joseph Drucker (1862-1944) [Jörg 1997, nr. 118]. De vele referenties naar identieke stukken die Jörg opneemt, geven een beeld van de populariteit van de ‘tiger lily in Europa. ‘Natuurlijk’ had ook de prototypische Nederlandse porseleinverzamelaar van die periode, B.J.V. van Hees (1873-1953), een aantal van deze stukken [Cheng 2009, nrs. 29-31].
Bronnen:
Reinier Baarsen et al., Courts and Colonies. The William and Mary Style in Holland, England and America (tent.cat. Cooper-Hewitt Museum etc.) Seattle/Londen, 1988.
The Vung Tau cargo: Chinese export porcelain. Veilingcatalogus Christie’s Amsterdam, 7 April 1992.
Christiaan J.A. Jörg, Chinese ceramics in the collection of the Rijksmuseum, Amsterdam: the Ming and Qing dynasties, Londen, 1997.
Cynthia Viallé, ‘Mackia Kiseymon of Sirosaimon: wie was de ‘maker’ van de lakkoker van Hendrik van Buijtenhem?’, Aziatische Kunst 39/4 (2009), pp. 30-38.
Cheng Xiejun (red.), Traces of the trade: Chinese export porcelain donated by Henk B. Nieuwenhuys (tent.cat Shanghai Museum), Shanghai, 2009.