Our website uses cookies. A cookie is a small text file which will be saved on your computer or mobile device when you visit our website. More information? Read our cookie policy.
Onder een accoladeboog een open stal, waarin rechts Maria knielt met de handen voor de borst gekruist en links Jozef op een zetel zit. Tussen hen in ligt het naakte Christuskind op een door twee engelen vastgehouden doek. Geheel linksboven God-de-Vader, uit wiens zegenende hand stralen op het Kind nederdalen; de Heilige Geest in de gedaante van een duif vliegt in de stralen omlaag. Onder God-de-Vader een boom, daarvóór een knielende herder. Op het dak van de stal een engel met een spreukband en een met een wierookvat; door een opening in de zijwand steken de koppen van os en ezel. Jozef, in monnikspij met een reisstaf in de linkerhand, houdt in de rechter een ketel. De bovenrand van het tafeltje vertoont een geslingerde band, gewonden om een koord; op de onderrand het opschrift: GLORIA IN ECCELCI'DEO.
Th.H. Lunsingh Scheurleer, Het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden en zijn beteekenis voor het Rijksmuseum, Oudheidkundig Jaarboek 13 (l946), p. 63, pl. XIII afb. 9.