Our website uses cookies. A cookie is a small text file which will be saved on your computer or mobile device when you visit our website. More information? Read our cookie policy.
Collectie Rijksmuseum-2(2) Remark:
Twee staten in de collectie van het Rijksmuseum.
Inscriptions / marks
collector's mark: Lugt 240
Description
De Flaminische obelisk op Piazza del Popolo met daarachter de Porta del Popolo en rechts de Santa Maria del Popolo. Linksonder en rechtsonder Latijnse inscripties met links het wapenschild van paus Sixtus V. Bovenop de obelisk, alsook op de poort en de kerk, het wapen van de familie Chigi.
Op de prent zijn sporen zichtbaar van grondige aanpassingen aan de plaat. Zo lijkt er een andere obelisk te zijn verwijderd en vervangen door de huidige. Op een exemplaar in de collectie van het British Museum te Londen staan rondom de obelisk andere bouwwerken en gedeeltelijk ook andere menselijke figuren afgebeeld (inv.nr. 1947,0319.26.76). In de staat van het huidige exemplaar zijn op sommige plaatsen nog restanten van de verwijderde figuren zichtbaar.
Deze prent behoort tot het prentcorpus dat bekend staat als de ‘Speculum Romanae Magnificentiae’ (‘Spiegel van Romeinse pracht’). Dit corpus, bestaande uit prenten met voorstellingen van kunstwerken en gebouwen uit het antieke en het moderne Rome, vond zijn oorsprong bij uitgevers Antonio Salamanca en Antonio Lafreri. Deze twee buitenlandse uitgevers bundelden hun krachten te Rome in de periode 1553-1563. Hun prenten werden al snel razend populair bij toeristen en verzamelaars, die de prenten individueel of in grote groepen aanschaften. Grote groepen Speculum-prenten werden vaak op aanvraag samengebonden in albums. Er zijn verschillende Speculum-albums overgeleverd die allemaal verschillen van inhoud. Tussen 1573 en 1577 gaf Antonio Lafreri een speciale titelpagina uit (met de titel ‘Speculum Romanae Magnificentiae’) die mensen voor hun verzamelingen konden voegen. Het overlijden van Lafreri in 1577 betekende niet het einde van het corpus. Een groot deel van de koperplaten ging over op Claudio en Stefano Duchetti. De rest raakte verspreid over verschillende andere uitgevers. De populariteit van de Speculum-prenten wist nog geruime periode uitgevers te inspireren tot het laten maken van kopieën en het toevoegen van nieuwe prenten aan het corpus.