Fopkan, anoniem, ca. 1500 - ca. 1599
De onbezonnen drinker die deze kan gedachteloos aan de mond zet, krijgt de inhoud over zich heen: de rand is opengewerkt. Toch valt er wel uit te drinken. Recht tegenover het oor zit een tuitje, en de rand en het oor zijn hol. Houd de kan rechtop en zuig met beleid, dan kan er niets misgaan.