Het doorbreken van de Sint-Anthonisdijk bij Amsterdam, Pieter Nolpe, naar Willem Schellinks, 1651
Het noodweer heeft zijn dramatische hoogtepunt bereikt. Het door de noordwesterstorm opgezweepte water heeft een gat in de dijk gebeukt en stroomt met donderend geraas over het lager gelegen land – polders die net waren drooggelegd. Ook het nabij gelegen Amsterdam werd niet gespaard. Het water dat over de dijken in de stad klotste kwam zo hoog dat in de straten met bootjes kon worden gevaren.